CAPO III
INTRO
AmEEAmE
Ballade van de vriendinnen van een nacht
Amverse 1Am
Wel ben ik liever thuis dan in een kroeg
Maar daar sluipt 's nachts de stilte om me heen
E
En denken over jou deed ik genoeg
Dus blijf ik dan maar liever op de been
EAm
Want slapen gaat allang niet meer alleen
ChorusC
Alleen is maar alleen, ik ken de stad
CG
Wanneer ik eenmaal lastig ben en zat
G
Is ieder lichaam even warm en zacht
C
En helpt vergeten wat ik eenmaal had
E
Zo ken ik mijn vriendinnen van een nacht
Amverse 2Am
Wanneer de dag komt, zie ik pas mijn prooi
Daar naast me slaapt een onbekend gezicht
E
En blijkt ze 's morgens vroeg niet meer zo mooi
Als gisteravond met dat roze licht
EAm
Dan doe ik maar weer gauw mijn ogen dicht
ChorusC
Het was misschien wel fijn voor deze keer
CG
Ik ga en kom na deze nacht nooit meer
G
En als ze mij ontmoet en vragend lacht
C
Dan denk ik: wie ben jij nu ook al weer
E
Zo ken ik mijn vriendinnen van een nacht
verse 3Am
Soms droom ik half dat ik weer iets herken
Een geur van haar, een lach waarvan ik houd
E
Maar al te goed weet ik dan waar ik ben
Hier lig ik met een vreemde blote vrouw
EAm
En niemand op de wereld lijkt op jou
ChorusC
Maar blijf ik 's avonds thuis, dan wordt het stil
CG
Die kamers vol van toen, ze zijn zo kil
G
Ik vlucht de stad in en ga weer op jacht
C
En breng mezelf opnieuw waar ik niet wil
E
Zo ken ik mijn vriendinnen van een nacht
SOLO (in relatie tot CAPO III)
AmE
e|-5-7-/8-7-5-7-/8-7-5---5-7-/8-7-5-7-/8--5-7-----|
B|------------------------------------------------|
G|------------------------------------------------|
D|------------------------------------------------|
A|------------------------------------------------|
E|------------------------------------------------|
EAm
e|-7-8-/10-8-7-8-/10-8-7---4-5-/7-5-4-5-/7--4-5---|
B|------------------------------------------------|
G|------------------------------------------------|
D|------------------------------------------------|
A|------------------------------------------------|
E|------------------------------------------------|
verse 4AmC
Prinsesjes lief, als iemand jullie kwetst
G
Of sletten noemt of over zeden zwetst
G
Laat hem een ziekte krijgen vol venijn
C
We sliepen met elkaar en dat was fijn
G
En daarom heb ik niemand ooit veracht
C
Maar ik zal jullie altijd dankbaar zijn
E
Zo ben ik, mijn vriendinnen van een nacht
Am